donderdag 23 mei 2013

Communiceren: Braille.


Soms lukt het niet meer om door bijvoorbeeld een ongeluk, afwijking of ziekte te lezen volgens de manier die het overgrote deel van de bevolking gebruikt, namelijk het gewone alfabet. Dan moet je als mens opzoek naar een andere manier. Ik moet dit ook, en naast spraak is braille hier een goede oplossing voor.





Niet veel mensen komen in aanraking met deze vorm van communicatie, vandaar dat ik besloot er eens wat meer over toe te lichten en om jullie te informeren.

Braille is al zo’n 2 eeuwen oud en is bedacht door een Fransman, Louis Braille, die dit schrift ontwikkelde en later verbeterde. Dit was in de 19e eeuw. Het duurde even voordat het ook officieel werd erkend in Nederland, wat pas in de 20e eeuw gebeurde.
Het brailleschrift is er op gemaakt om gevoeld te worden, dit doe je met je vingertoppen. Een ‘cel’ bestaat uit 6 puntjes: 2 in de breedte, 3 in de lengte. Zo heb je in totaal een cel van 6 ‘puntjes’ waarmee men alle letters, cijfers en leestekens kan vormen.

Het braillealfabet is heel anders dan het Nederlandse alfabet dat je leert als je begint met lezen en schrijven. Hieronder een foto, zodat je een beeld krijgt.


Zo zie je dat voor elke letter een andere puntencombinatie wordt gemaakt. Dit is hetzelfde met de cijfers, de a is 1, b is 2, etc. Dit gaat zo door tot de j, die de 0 weergeeft. Met deze combinaties kan men alle cijfers maken. 46 is bijvoorbeeld een combinatie van de letters D en F.

Ook de leestekens worden in braille anders weergegeven, maar nog wel met combinaties van deze puntjes. Om aan te geven dat er een cijfer(reeks) komt, gebruik je een omgedraaide V (combinatie daarvan dan). Om aan te geven dat er een hoofdletter komt, gebruik je een omgedraaide K, enz,

Het is niet alleen mogelijk om braille te lezen vanuit boeken, maar ook om het zelf te schrijven. Dit gebeurt via een typmachine.


Je ziet hier voorbeelden van brailletypmachines. Hij ziet er anders uit als ’n gewone typmachine, maar dat komt doordat elk puntje is weergegeven op een toets en je kan door verschillende combinaties van deze toetsen alle letters, cijfers en leestekens maken.

Als je begint met braille leren, maak je eerst kennis met de afzonderlijke letters. Elke keer komen er een paar bij, zodat je kan wennen aan de vorm van de letters en weet welke ‘normale’ letter ze symboliseren. Als je wat meer letters kent, komen er ook kleine woordjes bij. Bijvoorbeeld: Je kent de L, A en de P, dan krijg je woordjes als: lap, pal, al, pa, etc. Als je alle letters hebt gehad, verschillende woorden goed kan lezen en weet welk teken waarvoor staat, ga je over naar het volgende boek. Hierin staan korte verhaaltjes, waarin alle letters voorkomen maar waar je de interpunctie leert, zoals een vraagteken, komma, uitroepteken, etc.

Ik ben nu zelf bezig met de interpunctie en het lezen van korte verhalen. Ik leer heel makkelijk dus ik moet zeggen dat het mij heel goed afgaat, maar het kost wel veel energie. Je moet je handen er echt voor trainen en je kan het ook niet te lang achter elkaar doen, daar krijg je kramp van.

Ik hoop dat ik jullie wat informatie heb kunnen geven over deze bijzondere vorm van communicatie. Als er vragen zijn, reageren!

Liefs, Lotte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten